7 werd hij.
De allerliefste jongen ter wereld. De jongen die met zichzelf wel eens in de knoop kan liggen en die dan niemand vindt om die knoop te laten ontwarren. De jongen die rustig en explosief kan zijn. De jongen die zijn zus het leukste/stomste op de wereld vindt. De jongen die zo handig is als zijn vader en net daarom er zo trots op is. De jongen die beter kan rekenen dan zijn mama, uit het hoofd nog wel en daar stiekem om moet lachen. En daar moet ik dan om lachen.
De allerliefste jongen ter wereld. De jongen die met zichzelf wel eens in de knoop kan liggen en die dan niemand vindt om die knoop te laten ontwarren. De jongen die rustig en explosief kan zijn. De jongen die zijn zus het leukste/stomste op de wereld vindt. De jongen die zo handig is als zijn vader en net daarom er zo trots op is. De jongen die beter kan rekenen dan zijn mama, uit het hoofd nog wel en daar stiekem om moet lachen. En daar moet ik dan om lachen.
Die jongen werd 7. En daar hoort geen kroon bij, vindt hij. Want kronen zijn stom. Maar een trui, dat kan weer wel. Een stofje lag al even klaar. Goedgekeurd en wel. Van Lanalotta, uiteraard. Want Lanalotta, dat zijn zussen van mama. En alleen daar zijn de mooiste stofjes te vinden, vinden de kinderen. En ze hebben nog gelijk ook